Heb jij een tip voor de redactie?
Of een nieuwtje?
Na jarenlange twijfel besluit ik eindelijk tot een borstverkleining. Voor mijn lengte en sportief bestaan zijn mijn borsten altijd al een-sta-in-de-weg geweest. In mijn rolstoelbestaan had ik het gevoel dat mijn bovenlichaam alleen uit borsten bestond.
Voor mijn vriendinnen en klasgenoten kon hun borstgroei niet snel genoeg beginnen. Een gevoel dat ik absoluut niet kon delen. Ik speelde en voetbalde met de jongens, klom graag in bomen en bij gebrek daaraan in regenpijpen en ik wilde die fysieke vrijheid behouden die jongens in mijn ogen vanaf hun geboorte hadden. Elke avond bad ik dat mijn tieten niet zo groot zouden worden, zoals die van mama – laat staan van mijn tantes. Helaas! Ze kwamen weliswaar pas met het dertiende jaar tot bloei, maar op mijn veertiende had ik al zeker cup D. In die tijd was er nauwelijks mooie lingerie voor de grote maten. Ik kon alleen maar opoe-beha’s krijgen. Goede sportbeha’s waren er ook niet. Dat weerhield mij er niet van om te sporten, maar pijn deed het wel.
“Het was opvallend hoeveel aandacht ik kreeg van volwassen mannen – ongewenst, besef ik nu.”
Met een dikke moeder en nog dikkere tantes (met enórme borsten) van vaderszijde worstelde ik van jongsaf aan met overgewicht. En een angstvisioen voor grote borsten. De tijdgeest en de jonge leeftijd maakten al met al dat ik nauwelijks kon genieten van mijn lijf.
Het was opvallend hoeveel aandacht ik kreeg van volwassen mannen – ongewenst, besef ik nu. Van blikken van vrienden van mijn vader, van leerkrachten, tot ongepaste opmerkingen van Jan en alleman, tot zijdelingse aanrakingen van mijn rij-instructeur en stratenmakers die mij nafloten.
Mijn parachutesprong waarbij de parachute, onder mijn borsten, om mijn middel werd vastgemaakt en de blikken van iedereen zal ik nooit vergeten. Ik was inmiddels 37 jaar, moeder van twee kinderen en ik werd rood als een tiener. De eerste sprong is altijd een duosprong en mijn instructeur kreeg duimen omhoog en benijdende blikken van zijn collega’s, omdat hij met deze ‘grote borsten’ mocht springen. Ik deed alsof ik niets zag.
“Na mijn ongeluk stond mijn leven op zijn kop en had ik meer aan mijn hoofd dan zo een ingrijpende een operatie.”
Niet alle mannen houden per se van grote borsten, maar mijn man toevallig wel. Uiteraard was hij faliekant tegen een borstverkleining, waardoor ik het steeds weer uitstelde.
Na mijn ongeluk stond mijn leven op zijn kop en had ik meer aan mijn hoofd dan zo een ingrijpende een operatie. Eerst revalideren, mijn beroep(en) van presentatrice, actrice en schrijfster weer oppakken en kijken hoe ver ik kom. Dat was de gedachte.
Vóór mijn ongeluk waren overgewicht en grote borsten een rode draad in mijn leven, maar eenmaal in mijn rolstoel werd het helemaal een angstvisioen. Wat als ik 100 kilo word? Borsten groeien ook nog eens mee met overgewicht! Ik zit inmiddels 15 jaar in een rolstoel. Mijn gewicht is niet ideaal, maar het blijft onder controle. In de afgelopen jaren moest ik mijn armen, schouders en rug sterk maken, omdat ik ze meer en anders gebruik dan ‘normaal’. Ik deed aan fitnessen, zwemmen, arm drukken, push-ups, krachttraining. En helemaal toen ik trainde voor het fietsen van Amsterdam naar Istanbul op de handbike. Ik ontwikkelde brede schouders, gespierde (boven)armen en borstpieren en werd breder en breder. Daar pasten verhoudingsgewijs grote borsten eigenlijk goed bij. Inmiddels was ik er mee verzoend, ware het niet dat mijn schouders en nek pijn bleven doen van die zware last.
“Ik was ook bang voor het feit dat ik na de operatie tijdelijk ‘totaal verlamd’ zou zijn, omdat ik mijn armen niet kon en mocht gebruiken”
Toch droeg ik die last, omdat ik ook bang was voor het feit dat ik na de operatie tijdelijk ‘totaal verlamd’ zou zijn, omdat ik mijn armen niet kon en mocht gebruiken. De hechtingen mochten immers niet openspringen! Hoe kan ik met een dwarslaesie minimaal 2 weken mijn armen niet gebruiken? En daarna nog 4 tot 6 weken weinig tot niet belasten? Ik doe alles met die armen! Alle transfers, aankleden, douchen, rolstoel rollen, draaien in bed en ga zo maar door. Dan ben ik compleet ‘onthand’…
Na uitstel door corona en de lockdowns is de operatie nu eindelijk achter de rug. Ik heb nog niet in de spiegel gekeken. Het is onomkeerbaar en spijt hebben heeft dus geen zin. Voor de operatie zei ik tegen de chirurg dat mijn man er eigenlijk tegen was. Hij zei dat hij in dat geval eigenlijk één antwoord klaar heeft staan voor die mannen – hoewel hij tegenwoordig deze grap niet meer kan maken. Vooruit dan maar: ‘Tegen deze mannen zeg ik: draagt u eens één dag een kilo (of meer) suiker om uw nek en daarna praten we verder!’
Van uitstel kwam in mijn geval geen afstel. Mijn man legde zich er bij neer. Hem meenemen en betrekken bij het proces en de gesprekken met deze deskundige chirurg hielpen daarbij. Misschien wilde mijn lief mij troosten, maar hij zei niets over het feit dat ze kleiner zijn geworden: ‘Ze zijn mooi geworden. Tenslotte heb je het gedaan om minder last te hebben van je nek en schouders, toch?’