Heb jij een tip voor de redactie?
Of een nieuwtje?
Eén van de dingen die me mateloos verbazen, is hoe anders men mij bejegent als ik rollend over straat ga. Als ik lopend ben, dan keurt men mij geen blik waardig en ben ik gewoon een eikel zoals alle anderen. Maar als ik rol, dan vraagt iedereen me continu of ze me kunnen helpen - terwijl de ironie wil dat ik juist meer hulp nodig heb als ik lopend ben! Wat maakt dat mensen zo anders op een roller reageren?
Op straat gelden bepaalde regels voor de omgang met elkaar, zeker sinds de coronamaatregelen. Als je geluk hebt, woon je in een omgeving waar voorbijgangers elkaar groeten. Maar verder laten we elkaar zoveel mogelijk met rust. We negeren elkaar onder het mom van “we respecteren elkaars privacy”. Maar we bedoelen eigenlijk dat het ieder voor zichzelf is, ook al geven we dat liever niet toe.
Hoe anders is het als een roller over straat gaat! Om te beginnen trek je altijd bekijks. Ik heb lang gedacht dat het met acceptatie te maken had, tot ik merkte dat ik zelf ook kijk. (Onbewust) scan ik de straat en mijn ogen gaan automatisch naar wat opvalt. Een roller valt op. Een zeer dikke persoon ook. Iemand met opvallende kleding ook. Wat opvalt, daar kijk je naar. Dat heeft waarschijnlijk te maken met ons verre verleden, toen we nog moesten oppassen voor roofdieren. Niets aan de hand als je weer wegkijkt zodra je beseft dat een roller geen bedreiging vormt. Maar dat is dus wat vaak juist niet gebeurt, want vaak blijven mensen staren. En dan wordt het vervelend!
"Mensen zien een stoeprand, zien jouw rolstoel en zien dus een Onoverkomelijk Obstakel. Ze worden nieuwsgierig: hoe ga je ‘m dat flikken?"
Waarom blijven mensen dan kijken? Ik denk dat dat te maken heeft met onbekendheid, met vooroordelen en met aannames. Mensen zien een stoeprand, zien jouw rolstoel en zien dus een Onoverkomelijk Obstakel. Ze worden nieuwsgierig: hoe ga je ‘m dat flikken? Men is stomverbaasd dat veel rollers zo’n hobbel geroutineerd en zonder enig probleem nemen. Vol bewondering over deze Buitengewoon Knappe Prestatie blijft men naar je kijken. Want hoe ga je de volgende onneembare hindernis overwinnen? Wat ben jij “ondanks je rolstoel” toch handig!
Ons vermogen als rollers om onszelf te redden staat in schril contrast met het algemene beeld dat mensen met een handicap afhankelijk zijn. Ik zie hier twee belangrijke redenen voor.
Ten eerste kunnen mensen zich niet voorstellen wat je met een rolstoel allemaal kunt. Dat begint met het anti-kiepwieltje dat je bij de levering van je rolstoel zo ongeveer opgedrongen krijgt. “Want anders kun je makkelijk achterover vallen, hoor!” De Wmo zou nieuwe rollers beter een goede rolstoelvaardigheidstraining aanbieden, zodat deze zo goed mogelijk met hun rolstoel leren omgaan. (Dan bedoel ik niet dat ze een ergotherapeut sturen om samen met jou de stoepjes in de wijk te oefenen. Maar goede trainingen, zoals het WheelchairSkillsTeam aanbiedt, waar je een trap leert nemen.)
"Het is natuurlijk sociaal dat mensen attent naar een ander zijn en klaar staan om hulp te bieden als dat nodig is."
Ten tweede speelt de algemene beeldvorming ons ook parten. Als het in de politiek of op televisie over “gehandicapten” gaat, gaat het altijd over uitkeringen, over beschermde werkplekken, over zorg en begeleiding, over instellingen, etc. Gehandicapten zijn dus gebrekkige burgers die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Ik hoor in het nieuws nooit over actieve mensen met een handicap, die een baan, een partner en kinderen hebben. Hoeveel rollende publieke figuren kennen we? Het zijn er bar weinig. Dat kleine handjevol is dus vooral de uitzondering die het algemene beeld van “zielige, hulpbehoevende mensen” bevestigt…
Het is natuurlijk sociaal dat mensen attent naar een ander zijn en klaar staan om hulp te bieden als dat nodig is. Maar dat is alleen prettig als dit een algemene beleefdheid zou zijn, die mensen bij iedereen zouden doen. De wereld zou er zoveel prettiger van worden!
Maar men is alleen zo aardig naar mensen met een zichtbare (!) handicap. En dat maakt het vooral heel irritant. Waarom word ik als roller steeds lastig gevallen door mensen die me hulp willen aanbieden? Waarom gaat men er vanuit dat ik de meest simpele dingen zelf niet kan? En waarom helpt men mij zelfs als ik daar vriendelijk voor heb bedankt? Blijkbaar heeft het “nee” van een roller geen betekenis.
Wat dat betreft vond ik de laatste aflevering van Mari staat op erg treffend. In die vierde aflevering draaide Mari Sanders, samen met een aantal anderen, de rollen om: zíj boden willekeurige mensen op straat hulp aan (“Heeft u hulp nodig?”). Of gaven voorbijgangers een compliment voor het feit dat ze vandaag opgestaan waren (“Wat goed van je!”). Of namen ongevraagd iemand bij de arm en hielpen diegene de straat over. Ik heb hard gelachen om de reacties! Mensen waren stomverbaasd of reageerden geïrriteerd. Ze begrepen er niets van. Het was zó out-of-the-box dat mensen niet wisten wat ze ermee moesten. Heerlijk!