Skip to Content

Soms heb ik een goede dag en ga ik incognito naar buiten. Dan ben ik een roller die loopt. Een roller in vermomming, als het ware. Dat is een ontluisterende ervaring, die me weer even laat zien hoe makkelijk ik gewend ben geraakt aan het privilege van roller zijn.

In mijn columns schrijf ik regelmatig over mijn ervaringen als roller. Over hoe anders de samenleving mij behandelt als ik mijn wielen bij me heb. Daar raak je toch sneller aan gewend dan ik me realiseerde. Dan kan het ontnuchterend zijn om juist weer een keer lópend over straat te gaan. Niet dat ik me daar veel van aantrek, gelukkig.

“Als roller krijg ik altijd voorrang. Ook als ik achter grote haaietanden sta.”

Als ik lopend ben, moet ik bij het oversteken van de straat opeens wachten tot er een gaatje tussen de auto’s komt, die me genoeg tijd geeft om de straat over te steken. Niemand die automatisch voor me stopt. Zelfs bij een zebrapad ben ik als loper niet zeker van mijn voorrang! Als roller krijg ik altijd voorrang. Ook als ik achter grote haaietanden sta.

Als ik als loper in een volle bus zit, dan verwacht men van een “gezonde jongeman” dat hij op staat als er ouderen of “mindervaliden” instappen. Maar ik ben niet gezond – en ook niet zo jong als men mij doorgaans inschat. Dat heeft eens tot een vervelend gesprek met een medepassagier geleid.

Het was spits. Ik had een vermoeiende dag achter me en ik was op. Gelukkig was ik bij het beginpunt ingestapt en had dus een zitplek. Maar hoe verder we reden, hoe meer mensen instapten en al snel stond het gangpad vol. Toen stapte er een blinde persoon in. Een dame aan de overkant van het gangpad vond dat ik wel kon opstaan, zodat die blinde persoon kon zitten. Dus ik antwoordde rustig dat ik dat niet kon. Toch hield zij vol dat ik zou moeten opstaan. Maar toen ik haar voorstelde dat zíj zou opstaan, kon zij dat ook niet. Nee, zij vond toch echt dat ík moest opstaan. Uiteindelijk heb ik gezwegen. Gelukkig was er achter ons iemand die wel kon opstaan, zodat die blinde persoon kon zitten.

“De busrit zou een ruim half uur duren en dat red ik staand niet.”

Ik heb hier best een tijd last van gehad. Natuurlijk besefte ik goed dat ik voor mezelf juist gehandeld had. Het was een (te) intensieve dag geweest en de terugreis deed ik op mijn tandvlees. De busrit zou een ruim half uur duren en dat red ik staand niet. Maar het blijft pijnlijk dat niemand dat aan de buitenkant kan zien. (Men ziet hooguit een “gezonde blos” op mijn wangen.) En dus schat men mij totaal anders in en vindt men mij onbeleefd.
Als roller had ik om te beginnen geen stoel bezet gehouden, dus het opstaan zou nooit hebben gespeeld. Ik zou dan wel drie staanplaatsen ingenomen hebben, maar daar zou ik dan weer nooit op aangesproken zijn.

Als loper in een winkel moet ik bij de kassa gewoon aan het einde van de rij aansluiten. Ook als de rij lang is, terwijl ik niet lang kan staan. Want juist bij staan heb ik klachten, dus ik wiebel altijd van het ene been op het andere been. Dat trekt vaak wel enig bekijks. Mensen denken waarschijnlijk dat ik ongeduldig ben – of misschien wel dat ik nodig naar de wc moet. Maar ik ben vooral bezig om te voorkomen dat ik duizelig word en omval.
Als roller heb ik dat probleem niet, omdat ik zit. En als roller werd mij zelfs een keer aangeboden dat ik voor iemand in de rij mocht. Ik begreep niet waarom ik als roller voorrang zou krijgen, en heb het dan ook niet aangenomen.

“Hoe anders is dat als roller! Iedereen springt opzij om mij als eerste naar buiten te laten.”

Als loper in het openbaar vervoer moet ik – net als ieder ander – een eigen plekje veroveren. Zeker in de spits en op de drukkere trajecten is het vaak duwen en trekken. Meestal lukt het me wel om een zitplaats te krijgen. Zonodig ga ik op het balkon op de trap zitten.
Hoe anders is dat als roller! Iedereen springt opzij om mij als eerste naar buiten te laten. Hoe aardig ook, vaak is dat vooral onhandig, omdat ik meer ruimte nodig heb. Dus ik bedank altijd en laat anderen toch eerst zelf uitstappen.

Kortom, als ik lopend ben, ben ik gewoon een eikel zoals alle anderen op straat. Dan ziet niemand mijn beperkingen. En ze zien al helemaal niet dat ik van binnen eigenlijk een roller ben. Lopende benen, maar een roller in hart en nieren. Incognito!


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top