Heb jij een tip voor de redactie?
Of een nieuwtje?
Stel je voor, je zit níet in een rolstoel. Want dat kan gewoon, hè! Niemand houdt daar ooit rekening mee. Maar we moeten ook denken aan de mensen die nooit rollen, omdat ze nou eenmaal een ander lichaam hebben dan de meesten van ons. In plaats van een rolstoel gebruiken ze hun benen om zich voort te bewegen. Laten we ze lopers noemen.
Noem me politiek correct, maar ik vind dat lopende mensen ook recht hebben op een leuk leven. Een baan, bijvoorbeeld. Dat klinkt misschien raar, maar er zijn ook lopers die prima kunnen functioneren op de arbeidsmarkt, mits de juiste omstandigheden worden gecreëerd. Door bijvoorbeeld wat aanpassingen aan het gebouw te doen, zoals gescheiden dames- en herentoiletten. Dat is even wennen voor ons, maar blijkbaar hebben die mensen dat nodig. Verder zijn de toiletpotten een stuk lager dan normaal en ze moeten in piepkleine hokjes staan. In zo’n herentoiletruimte moet dan ook nog een urinoir hangen. Dat is een soort klein wastafeltje waar niet-rollende mannen hun behoefte in kunnen doen. (Niet uw handen in wassen!)
Als u nou zo’n loper tegenkomt op straat, ga dan niet zitten staren! Dat vinden ze helemaal niet leuk. Ga ze ook niet ongevraagd duwen, als ze langzaam lopen. En help ze pas als ze er zelf om vragen, ook al zijn ze verschrikkelijk aan het klungelen.
Vraag ze niet waarom ze eigenlijk lopen en niet rollen, dat gaat u niets aan. Zeg liever iets aardigs in de trant van ‘u zult wel enorm sterke benen hebben!’ of ‘ik zou tegen u niet graag beentje drukken’. En als uw kind u ernaar vraagt, fluistert u ‘sssst, die meneer/mevrouw kan niet rollen’.
Dus denk voortaan wat meer aan onze lopertjes, en onthoud altijd: ze zijn net als iedereen en ZE ZIJN NIET ZIELIG!! (Ze zijn natuurlijk wél zielig, maar dat mag je nóóit laten merken).
BURUGO