Heb jij een tip voor de redactie?
Of een nieuwtje?
De weg die iemand met een handicap moet afleggen om een kinderwens in vervulling te brengen kent vaak extra obstakels. Welke hulp moet ik inschakelen? Welke aanpassingen aan het meubilair zijn nodig? En dan zijn er nog de vooroordelen en twijfels van de omgeving die ongevraagd op je worden afgevuurd: ‘Kinderen krijgen, is dat wel zo verstandig?’ Tamar Doorduin vertelt over haar ervaringen als rollende ouder.
In 2018 kwam aan het licht dat Tamar POTS heeft, een auto-immuunziekte die ervoor zorgt dat haar bloedsomloop niet goed reageert op een verandering van lichaamshouding. “Daardoor is het voor mij bijvoorbeeld niet mogelijk om langdurig te staan en te lopen.”
Toen Tamar twaalf jaar geleden een relatie kreeg met Sophie was voor hen allebei al duidelijk dat ze kinderen wilden. “Sophie is transgender. Ze heeft voor haar geslachtsverandering zaad laten invriezen. Als de tijd er rijp voor was en het ons gegund was, zouden we een kind krijgen dat biologisch van ons allebei was.”
“Het is wat het is, dus laten we het gewoon gaan doen, chronisch ziek en wel”
“In de jaren nadat ik was uitgevallen bleven we maar wachten tot ik me fit goed genoeg zou voelen om aan het ivf-traject te beginnen, maar dat moment kwam maar niet. Toen ik de diagnose POTS kreeg was al snel duidelijk: mijn gezondheid gaat niet meer verbeteren. Het is wat het is, dus laten we niet meer wachten en het gewoon gaan doen, chronisch ziek en wel.”
Toch had ze ook twijfels. Kan ze dit fysiek wel aan? “Ik heb daar gelukkig goed met mijn vrouw over kunnen spreken. Tot in detail. Zo hebben we afgesproken dat ik maar één dag in de week voor ons kind zorg. Want ook al ben ik altijd thuis, dat betekent niet dat ik de energie heb om steeds die verantwoordelijkheid te dragen.” Ook vanuit hun directe omgeving was er veel steun om hun kinderwens in vervulling te brengen.
“We hadden behoefte aan hulp, niet aan een keuring”
Voor Tamar en Sophie waren er genoeg twijfels weggenomen om te starten met een ivf-behandeling. Een ingreep die voor stellen met een kinderwens sowieso fysiek en mentaal zwaar is. “Bij ons kwam daar ook nog mijn aandoening bij. Bij sommige ziekenhuizen waarin we onder behandeling stonden, werden we verplicht om een gesprek met een psycholoog te voeren die ons groen licht moest geven. Zij moest bepalen of wij het ouderschap wel aan konden.”
“Het voelde voor mij heel vernederend dat zo’n instantie voor ons ging beslissen of wij wel ouders mochten worden. Ik had liever gehad dat ze ons hadden geholpen met het regelen van hulp. Ik ben er namelijk van overtuigd dat de meeste gehandicapte mensen prima voor een kind kunnen zorgen, mits ze de juiste hulp en ondersteuning krijgen. Dat is waar we behoefte aan hadden, niet aan een keuring.”
“Hij zei dat hij het afkeurde dat wij een kind kregen, vanwege mijn handicap”
Na drie ivf-pogingen was het raak. Tamar was zwanger. Ze waren enorm blij. Al werd hun goede humeur soms nog wel eens op de proef gesteld door vooroordelen of negatieve reacties van de buitenwereld.
“Iemand van wie ik dacht dat hij een vriend was, stuurde een lang Facebookbericht waarin hij zei dat hij het afkeurde dat wij een kind kregen, vanwege mijn handicap. Dat is nogal wat om te zeggen! Zeker tegen iemand die net zwanger is.” De scepsis en vooroordelen wakkerden in Tamar een bewijsdrift naar boven. “Ik wilde heel graag laten zien dat het gewoon kan, moeder zijn met een handicap. Aan de mensen die het afkeurden, maar vooral ook aan alle gehandicapte wensouders die nog twijfelen.”
Vijftien maanden geleden werd hun kind geboren. Prachtig, memorabel, maar toch ook anders en voor Tamar fysiek zwaarder dan vooraf gedacht. “Het lukte mij niet om de zorg op mijn mamadag helemaal zelf te doen. Daarom hebben we een pgb (persoonsgebonden budget, red.) aangevraagd. Maar dat proces duurde helaas zo lang dat we in het begin zelf maar een betaalde hulp hebben ingeschakeld. Deze helpt bijvoorbeeld met het tillen van ons kind. Gelukkig wordt deze hulp nu alsnog via een ander potje vergoed.”
Ook bleek Tamar haar nachtrust echt nodig te hebben. ”Het lukt mij niet om ‘s nachts mijn kind te troosten of een luier te verschonen. Dan moet je wel een partner hebben die bereid is om die taken op zich te nemen.” Gelukkig heeft Tamar zo’n vrouw.
“Aan scepsis en betutteling hebben we niks”
Vanwege haar bewijsdrang vond Tamar het aanvankelijk moeilijk om toe te geven dat het af en toe behoorlijk zwaar was. Maar gaandeweg realiseerde ze zich dat ze net als andere ouders niets hoeft te bewijzen. “Ik ben gewoon een goede moeder, punt. En daar hoort bij dat ik het zwaar mag vinden en daar hulp bij mag vragen.”
Naast zwaar is het vooral ook heel erg leuk, vertelt Tamar stralend. “We gaan tegenwoordig vaak samen naar de speeltuin, daar kan ik gewoon met de rolstoel in. Ons kind gaat dan lekker rondkruipen en als hen* weer klaar is, komt hen naast de rolstoel staan en til ik hen weer op schoot. Ik vind het zo leuk dat hen de rolstoel zoiets vanzelfsprekends vindt. Hen wil het liefst zelf sturen, maar dat mag nog niet, haha!”
“Wij rollende ouders bestaan gewoon!”
Tamar hoopt op meer begrip en acceptatie voor de kinderwens van mensen met een handicap. “Aan scepsis en betutteling hebben we niks. Hulp en ondersteuning is wat we nodig hebben.”
Tamar schrijft als ‘rollende moeder’ voor WijRollen.nl. Daar deelt ze praktische tips met lotgenoten. “Daarnaast vind ik het belangrijk dat er meer representatie komt van gehandicapt ouderschap. Want wij bestaan gewoon!”
* ’Die’ en ‘hen’ zijn genderneutrale voornaamwoorden. Tamar en haar vrouw kiezen ervoor om hun kind geen geslacht toe te wijzen, maar te wachten tot het kind zelf weet wat hun genderidentiteit is.
Dit artikel verscheen eerder op Handicap.nl, op 18 februari 2022.