Heb jij een tip voor de redactie?
Of een nieuwtje?
Roller Anita Peeters doet aan boogschieten. Ze is razend enthousiast over de sport én over haar sportvereniging. In dit interview vertelt ze hoe ze bij boogschieten terecht kwam en wat maakt dat deze sport zo goed bij haar past. Ter inspiratie voor andere rollers die een leuke sport zoeken.
“Boogschieten vind ik echt superleuk! Ik doe het nog niet zo lang, nu ongeveer een half jaar. Ik heb het gevonden via de website van Uniek Sporten. Daar kun je kiezen op de sporten in je eigen buurt. Ik had al eerder samen met een coach van Uniek Sporten gezocht, maar toen kwamen we er niet uit.
In mijn zoektocht naar een leuke sport heb ik ook nog schermen geprobeerd, maar dat bleek te zwaar voor me. Dansen wordt hem sowieso niet, want ik heb een slecht ritmegevoel. Boogschieten is een mentale sport: je hebt je volledige aandacht nodig. Je kunt dus niet ondertussen even een boodschappenlijstje maken. Zo kwam ik op het idee van boogschieten.
“Vanuit de vereniging denken ze ontzettend met de mensen mee.”
Ik wilde niet bij een club met alleen maar mensen met een handicap. Dan wordt het al snel een patiëntengroep en daar heb ik geen behoefte aan. Ik zit bij Ogio in Eindhoven en dat is een hele gemêleerde club. Er zijn ook andere rollers, maar ook lopers. Sommige mensen zijn fysiek sterk, andere minder. Kortom, de vereniging heeft kleur en daar houd ik wel van! De vereniging past helemaal bij mij en dat maakt boogschieten tot een uitje. Soms krijg ik best vragen over waarom ik een rolstoel gebruik, maar daarna gaan we weer sporten, want daar komen we voor.
In het najaar van vorig jaar ben ik begonnen met een basistraining bij de vereniging. Daarin wordt alles uitgelegd, zoals je basishouding en natuurlijk ook veel over veiligheid. We waren met 10 mensen. Ik was de enige roller, maar ik deed echt mee met de groep. Waar nodig werd mij apart iets verteld of kreeg ik hulp. Dat was fijn. Sowieso had elke deelnemer een persoonlijke begeleider. De beheerder was mijn begeleider en die had er ook wel zicht op.
Normaal span je je boog met hand en voet, maar dat lukt mij niet. Voor de basistraining afgerond was, hadden ze voor mij speciaal iets ontwikkeld zodat ik mijn boog zelf kan spannen. Dat voelde heel erg welkom!
Vanuit de vereniging denken ze sowieso ontzettend met de mensen mee. We hebben meer mensen met een handicap, zoals een blinde boogschieter, iemand met één arm en een lid met autisme. Iedereen weet dat en houdt er rekening mee. Dát geeft de vereniging kleur!
“Je hebt niet heel veel kracht nodig om te kunnen boogschieten.”
Als je de basistraining afgerond hebt, kun je gewoon binnenlopen bij de vereniging. Ze hebben ruime openingstijden, dus dat is fijn. Op zondagochtend is er les in boogschieten, voor degenen die dat willen. Je kunt gewoon vrijblijvend komen als je wil.
Tijdens de basistraining kon ik een boog van de vereniging gebruiken. Want als je echt met een boog gaat schieten, merk je pas hoe zwaar die is. Ik heb de boog een paar maanden kunnen lenen, zodat ik het echt goed kon uitproberen. Utieindelijk heb ik een eigen boog gekocht. De verkoper keek met me mee en gaf goede adviezen. Ik heb nu een iets kortere boog dan gemiddeld, zodat die de grond niet raakt.
Er zijn drie soorten bogen: de houten boog is de meest simpele boog, die mensen wel kennen uit fantasy films. Dan is er de compound boog. Dat is de meest geavanceerde boog, met allerlei extra katrollen. En tot slot is er de recurved boog, die zit er een beetje tussenin. Dat is de boog die ik nu heb, want ik wil het vanuit mezelf doen. Ik wil eerst graag de basis leren, zonder al die extra techniek van de compound boog.
“Wat ik het fijne vind aan boogschieten, is dat je het echt zelf doet.”
Je hebt niet heel veel kracht nodig om te kunnen boogschieten. Als je een boog koopt, kun je zelf kiezen hoe zwaar of licht je die wilt. Dat kun je dus helemaal afstemmen op waar jij je prettig bij voelt. Mijn boog is vrij licht. Sommige kinderen zullen een zwaardere boog hebben dan ik.
Wat ik soms wel zwaar vindt, is om mijn pijlen uit het blazoen te trekken. Die kunnen best diep vastzitten en dan krijg ik ze zelf niet meer los. Gelukkig is er altijd wel iemand die ik kan vragen om ze voor mij eruit te halen. Dat is ook wel een leerpuntje: ik kan meer vragen aan mensen…
Wat ik het fijne vind aan boogschieten, is dat je het echt zelf doet. Je moet het met je volledige aandacht doen. Ook je ademhaling en je houding zijn essentieel. Als je met je hoofd ergens anders bent, dan zie je dat direct aan het resultaat. Ik kom altijd ontspannen terug van boogschieten. Het is mijn vorm van yoga!
Het effect gaat voor mij verder dan die ene avond. Want de instelling van het boogschieten neem ik de rest van de week mee. Bij boogschieten geldt: bij elk schot, elke nieuwe ronde, heb je nieuwe kansen. Het kan dus in zoiets simpels zitten!
Als andere mensen ook benieuwd zijn naar boogschieten of een andere sport, dan raad ik ze aan op de website van Uniek Sporten te kijken. [Of gebruik de Sportkiezer rechts van dit artikel – red] Er zijn veel meer sportclubs waar rollers terecht kunnen dan ik dacht! Dus jij kunt vast ook iets vinden wat je aanspreekt, wat past bij je fysieke mogelijkheden en wat bij jou in de buurt zit.”