Skip to Content

“Pap, ik ben zwanger!” Paps springt een gat in de lucht in. Bij elk vriendje informeert hij naar diens kinderwens. Bij wijze van spreken dan. Als de meiden ouder worden en helemaal gesetteld zijn, kriebelt het echt bij manlief. Ik werk nog volop en misschien ook omdat ik jonger ben, maar ik heb geen haast. Eerlijk gezegd speelt er nog iets anders mee. Ik word somber bij de gedachte hoe grootmoederschap te combineren met een rolstoel.

Ik heb grote bewondering voor vrouwen en mannen die kinderen grootbrengen, terwijl ze in een rolstoel zitten. Alles in hun huis is aangepast om de baby’s te verschonen, veilig op te tillen of in bed te leggen. Toch blijft het zwaar. Ik maak een diepe buiging voor deze rollende ouders.

Zelf heb ik met mijn kinderen in alle fases van baby tot dreumes, kleuter tot kind en puberteit gespeeld, gezwommen, gevoetbald, geskied, getennist, geschaatst en gestoeid met ze. Maar ook samen in bad of even in hun bed kruipen om voor te lezen of te troosten. Nu kan ik bijna niets van deze dingen zonder aanpassingen, zonder rekening te houden met omstandigheden en zonder assistentie nodig te hebben bij vele handelingen.

“Ik heb grote bewondering voor vrouwen en mannen die kinderen grootbrengen, terwijl ze in een rolstoel zitten.”

Omdat ik een rolstoel-oma in spé ben en mijn man al met pensioen is, stel ik mijn lief voor om één dag in de week op ons kleinkind te passen. Mijn man houdt niet van verplichtingen en elke week één dag beloven is een pittige verplichting, vindt hij. Hij heeft gelijk.

“Wanneer ik moet werken en niet zonder jouw assistentie op pad kan, ruilen we van oppasdag óf slaan we die week over. Ik vrees dat ik niet vanzelfsprekend een band kan opbouwen met mijn kleinkind(eren) als ik ze niet op regelmatige basis zie,” verdedig ik me. Uiteraard geldt dit voor iedereen. Maar ik kan minder spelen met ze en ze verzorgen, dus dan is elkaar op regelmatige basis zien wel belangrijk. Zo stel ik mij voor.

Zo gezegd, zo gedaan. Wij passen op bij ons thuis en de andere oma gaat meestal naar hun huis. Al snel kijken we uit naar de oppasdag. Onze woonkamer krijgt steeds meer sporen van baby- en kinderspullen. Boekje hier, slabbetje daar. Overal speelgoed en reserve luiers en zalfjes.

Mijn man is altijd al gek van kinderen geweest en voor het verschonen van welk kind ook draait ie zijn hand niet om. Als we kinderen van onze zussen en broers hadden logeren, werd er altijd gevochten wie wat mocht doen. Toen onze dochters 8 à 9 jaar oud waren, kregen we daar concurrentie bij.

“Tot mijn grote schrik blijk ik een typische Turkse grootmoeder.”

Met ons eerste kleinkind gebeurde hetzelfde. Alleen nu móet ik sommige zaken wel aan mijn man overlaten. De baby badderen in een badkuipje, vastzetten in een autostoel, van de ene naar de ander kamer rollen met de baby op schoot om te verschonen – dat riskeer ik toch maar niet.
Tot mijn grote schrik blijk ik een typische Turkse grootmoeder – net als wijlen mijn moeder destijds – die haar kleinkind de hele dag wil ‘voeren’. Dus wat ik kán, wil ik niet om hoeven smeken!

“Moet jij eens goed luisteren naar mij,” roep ik op een dag. “Of je geeft me een kans of ik trek mijn handen ervan af en dan bekijk je het maar! Wanneer ik je om assistentie vraag, neem jij alles over. Terwijl als je me geeft waar ik op dat moment om vraag, dan kan ik mijn kleinkind ook zelf verschonen, voeden en wat dan ook!”

Ik heb mijn kwaliteiten al bewezen met troosten, stil krijgen, ik zing en improviseer erop los en ondersteun mijn man als hij in paniek raakt. Ik dreig dat ik daar ook acuut mee zal stoppen als hij mij niet wat meer ruimte geeft. Mijn dreigement helpt! Mijn man gunt mij nu ook de lusten en niet alleen de lasten van onze kleinkinderen.

“Al snel kijken we uit naar de oppasdag.”

Inmiddels hebben we in zeven jaar tijd in ons samengestelde gezin negen kleinkinderen, waarvan drie prille baby’s. Ik haal ze op, breng ze weg, maar in mijn eentje opvangen van de net lopende kleintjes durf ik niet aan. Want ze begrijpen nog niet dat ik in nood of bij gevaar niet op kan staan.

Spelen met en in de rolstoel is wel een lokkertje gebleken. Niet alleen mijn kleinkinderen, maar ieder kind verleid ik om met mij autootje, treintje of vrachtwagentje te spelen: “Tuut, tuut, tuut, tuut!”


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top