Skip to Content

Een man en een vrouw waren hevig aan het bekvechten midden op straat. Waarschijnlijk was het een echtpaar, want die zijn daar vaak enorm bedreven in. Dat heb ik van horen zeggen, want ik mag geen ruzie maken van mijn vrouw.
Het ging mij natuurlijk geen bal aan, maar je gaat toch zitten luisteren. Het was behoorlijk spannend.
Eén van de twee (het mannetje) had blijkbaar iets seksueels uitgevroten zonder uitdrukkelijke toestemming van de ander, terwijl de andere (het vrouwtje) iets veel te duurs had gekocht (schoenen, vermoed ik). Het liep hoog op. Als er een puntje aan mijn stoel zat, dan had ik er zeker op gezeten!

Plotseling ontdekte de vrouw dat er een toeschouwer in het spel was. Ik, dus. Ik besloot dat het tijd werd om de benen te nemen, maar omdat mijn benen het geen van allen doen en er ook in geen velden of wegen een hazenpad te bekennen was, was ik de klos.
’Zou jij het normaal vinden als jouw vent op de telefoniste zou liggen?’ beet ze me toe, alsof het allemaal míjn schuld was. Maar ik bezit geen vent en ik neem zelf de telefoon op thuis, dus ik haalde mijn schouders op.
‘En als jouw wijf elke week schoenen koopt, dan vind je dat zeker ook best’, brieste haar partner me toe.
Ik haalde maar eens ongemakkelijk mijn schouders op. Intussen was mijn functie van scheidsrechter langzaam aan het veranderen in die van gemeenschappelijke vijand. Alsof ík met mijn nieuwe schoenen aan op de telefoniste had gelegen.

Maar de vrouw bleek de verstandigste en beet haar man toe: ‘Laat hem met rust, Johan! Hij zit in een rolstoel.’ Dat laatste leek me geenszins van belang in dit verband, maar ik vond het allang best.
Blijkbaar was plotsklaps de vrede getekend en was alles weer koek en zopie (of ei, ook best) tussen de kemphanen, want ze verlieten hand in hand het strijdtoneel.

Misschien moet ik eens zo’n blauwe helm met ‘UN’ aanschaffen.

BURUGO

Burugo op Facebook


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top