Skip to Content
Terug naar het overzicht

Volgens een recent onderzoek van Jana Vyrastekova, gedragseconoom aan de Nijmeegse Radboud Universiteit, bouwen kinderen met makke meer vriendschappen op in het regulier onderwijs. De meeste landelijke dagbladen besteedden er aandacht aan, alsof het toch een beetje wereldnieuws was.
Huh? Weten we toch al heel lang, was mijn eerste verbijsterde reactie.

Kennelijk niet dus. Je zult de mensen – van laag tot heel hoog opgeleid - de kost moeten geven die er nog steeds van overtuigd zijn dat SEN-leerlingen ofwel ‘leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte’ (die naam alleen al, yek) beter naar speciale scholen kunnen. Daar zijn ze allemaal gelijk, hebben ze allemaal wat. Alleen daar ontmoeten ze leeftijdsgenootjes die bij hen aansluiten. Toch?


Toegankelijk is nog lang niet inclusief

Dat onderzoek bracht me terug naar een artikel over inclusief onderwijs van Dianne L.Ferguson, De werkelijke uitdaging van inclusie. Ze zet daarin haar gedachten over inclusief onderwijs uiteen die – het artikel is uit 1995! – anno 2021 erg fris klinken maar, helaas, nog altijd lang niet gerealiseerd zijn. Ferguson stelt dat er nauwelijks onderscheid gemaakt wordt tussen toegankelijk- en inclusief onderwijs. Veel mensen denken dat toegankelijk hetzelfde betekent als inclusief. Ze gebruiken de begrippen doorelkaar.

Ik vroeg me voor de zoveelste keer af waarom het, zesentwintig jaar later, nog altijd treurig gesteld is met inclusief onderwijs.
Oh jawel, ze bestaan hier en daar, de ‘samen naar school klassen’. Op Twitter verschijnen regelmatig trotse tweets. Vaak vergezeld van een foto van een rolstoelkind achter een lessenaartje dat iets meer naar voren staat vanwege de rolstoel. En op de voorste rij een kind met een verstandelijke handicap dat braaf luistert naar een ander kind dat iets uitlegt. Ik wil niks af doen aan de ‘samen naar school klassen’, maar of de school goed beseft wat inclusie werkelijk betekent betwijfel ik.

Er wordt vaak gewerkt volgens het bekende stramien, met hier en daar een kleine aanpassing van het lesmateriaal en soms wat extra aandacht voor het speciale kind. Een speciaal kind doet mee onder de voorwaarden die het regulier onderwijs stelt.
Bij inclusief onderwijs is echter iedereen welkom. Een inclusieve school zorgt voor een les- en ondersteuningsaanbod dat bij ieder kind past.

Eindeloze reeks ja-maars

Inclusie is goed, liefst al vanaf de crèche, hoor ik regelmatig. Inclusie is belangrijk voor mensen mèt en zonder makke volgt er vaak op. Dat iemand inclusief onderwijs sterk afkeurt hoor ik zelden.
Maar kijkend naar de praktijk van de gescheiden onderwijswereldjes zijn er blijkbaar ook niet veel mensen mordicus voor. Een beetje voorstander vindt inclusie best een mooi ideaal maar heeft al te gauw ook een ‘ja-maar...’ paraat.
‘Ja-maar, we kunnen niet overal rekening mee houden. Zeker in een klas.’
‘Ja-maar, zo’n kind vraagt wel extra aandacht, dus extra personeel.’
‘Ja-maar, klinkt allemaal wel leuk, maar die kinderen zijn toch anders, vaak minder. Dat is gewoon zo.’
‘Ja-maar, er bestaan echt niet voor niets speciaal opgeleide mensen als orthopedagogen.’
‘Ja maar, mijn kind moet tussendoor naar therapie. Hoe regel ik dat?

De nadruk op wat er niet kan

De ja-maars zijn het gevolg van de diepgewortelde aannames die er over mensen met een handicap bestaan. Ze zijn tot in het oneindige uit te breiden met die van onderwijzend personeel (zowel regulier als speciaal), therapeuten in soorten en maten, ouders en opvoeders, pedagogen, psychologen, onderwijskundigen, politici, ethici en talloze anderen die op de een of andere manier betrokken zijn bij een kind/mens met makke. In feite iedereen dus.
Ze blijven bestaan, die aannames met als gevolg dat nog teveel kinderen met makke (over volwassenen gaat het hier niet) te gemakkelijk richting speciaal onderwijs gedirigeerd worden.

Het lijkt erop dat zowel pedagogen als onderwijskundigen (speciaal opgeleid of niet) zowel het vermogen als de visie ontberen om mensen die bij inclusief onderwijs betrokken zijn - dat zijn er nogal wat! - regelmatig kritisch te bevragen over hun individuele aannames. Aannames waarvan ze zich vaak zelf niet eens bewust zijn. Aannames - het zijn de bekende betonnen beren op de weg - die dikwijls niet eens meer dan vermoedens zijn over wat gehandicapte kinderen allemaal wel- en niet kunnen. Waarbij de nadruk vaak automatisch op niet ligt.

Weg met de speciale instuten

Dat orthopedagogen en ander speciaal opgeleid personeel toch heel zinnig werk doen en niet afgeschaft moeten worden wordt al te vaak sussend gezegd als een debat met voor- en tegenstanders van inclusie dreigt vast te lopen.
Een lichte moedeloosheid begint al toe te slaan.
Want ja, zeg speciaal personeel, zeg speciaal instituut, zo hebben wij dat nu eenmaal georganiseerd.

Ik ben de laatste die zegt dat speciaal opgeleid personeel afgeschaft moet worden. Maar wel dat dat personeel niet gebonden moet zijn aan een speciale plek. Speciaal opgeleid personeel heeft als opdracht kinderen met makke ‘een kontje te geven’. Welk kontje mogelijk precies nodig is blijkt, naar mijn idee, pas in de echte wereld, om te beginnen in een klas met ‘gewone’ kinderen.

Onderwijs opnieuw uitvinden

Inclusief onderwijs is een enorme uitdaging die een beroep doet op ieders denkvermogen en inventiviteit. Wil het succesvol zijn, dan moet iedereen die erbij betrokken is zich ervoor inspannen. Tegemoet komen aan alle aspecten van de menselijke diversiteit is bijna zoiets als onderwijs opnieuw uitvinden. Dat lukt alleen als eerst en vooral alle vragen en bedenkingen van alle betrokkenen boven tafel komen en serieus genomen worden.

Dat hen daarnaast ook de nodige vrijheid en faciliteiten als voldoende budget en personeel geboden wordt is vanzelfsprekend.
Recht op inclusief onderwijs is een mensenrecht. Daar kom je niet aan tegemoet door een kind in een speciaal wereldje te plaatsen.

Een gunstig moment voor inclusief onderwijs

Ondertussen gloort hier toch een sprankje hoop. Het zou best eens kunnen dat de tijd gunstig is om inclusief onderwijs een boost te geven. COVID-19 heeft ook binnen het onderwijs het een en ander flink opgeschud. Alle kinderen uit één klas tegelijk en op hetzelfde tijdstip aan dezelfde onderwijstaak zetten is niet langer de grootste vanzelfsprekendheid. Er is veel ervaring opgedaan met online onderwijs, er is veel uitgeprobeerd en geïmproviseerd. Vooral die laatste zaken zijn belangrijk als het gaat om inclusie.


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top