Heb jij een tip voor de redactie?
Of een nieuwtje?
Taal is een krachtig middel, dat weten we allemaal. Hoe iets gezegd wordt, is net zo belangrijk als wat er gezegd wordt. Net als elke subgroep in onze samenleving gebruiken ook rollers specifieke woorden om voor hen belangrijke begrippen te beschrijven. Maar veel van deze woorden zijn niet in een woordenboek terug te vinden, zodat dit “rollerjargon” niet algemeen kan worden. Hierdoor moet de samenleving zich behelpen met onjuiste of onnauwkeurige woorden…
‘Zit ▪ hoog ▪ te (de ~, ~s) De hoogte van de zitting ten opzichte van de wielen van een rolstoel.
De ideale zithoogte is bij handbewogen rolstoelen essentieel om jezelf zo efficiënt mogelijk voort te kunnen bewegen. Als je te hoog zit, neemt je rolbereik af en wordt het rollen zwaarder. Als je te laag zit, betekent dit een extra belasting voor de schouders.
Een richtlijn voor de ideale stand van de zithoogte is door je armen langszij te laten hangen. Je vingers moeten dan ongeveer ter hoogte van de wielassen komen. Een andere manier van meten is door je armen 90 graden gebogen te houden. Als het goed is, bevinden je ellebogen zich circa 5 cm boven je banden.
Bij elektrische rolstoelen is de zithoogte belangrijk voor de stabiliteit. Veel elektrische rolstoelen zijn daarom zo ingesteld dat de rolstoel niet – of slechts zeer langzaam – kan rijden, als de zitting hoger dan een bepaalde waarde staat.
Zit ▪ ‘diep ▪ te (de ~, ~s) De afstand van de voorkant van de zitting tot aan rugleuning van een rolstoel.
De juiste zitdiepte van een rolstoel is belangrijk, omdat de gebruiker ontspannen in de rolstoel moet kunnen zitten. De benen moeten voldoende steun krijgen van het zitkussen, maar ook voldoende vrij zijn om afknelling en drukplekken te voorkomen.
Een vuistregel is dat je ongeveer een handbreedte ruimte moet hebben vanaf de knieholte tot het zitkussen. Natuurlijk hangt dat ook af van persoonlijke voorkeur en onder andere de zitstabiliteit.