Heb jij een tip voor de redactie?
Of een nieuwtje?
We hoeven er geen doekjes om te winden: met de kansen van gehandicapte kinderen in de samenleving is het behoorlijk slecht gesteld. Ze gaan nog steeds niet vanzelfsprekend naar de school in de buurt, ze kunnen nog altijd niet meedoen met vrijetijds- of sportclubjes, de speeltuin om de hoek is nog steeds vaak niet toegankelijk, en nog lang niet alle gehandicapte kinderen worden grootgebracht met het idee dat ze later een goed belegde boterham kunnen verdienen. Daar moet absoluut verandering in komen!
En dat kan ook best, want er zijn genoeg goede ideeën om de samenleving zó in te richten dat gehandicapte kinderen gewoon mee kunnen doen. Maar daar is geld voor nodig. Wie even logisch nadenkt, snapt dat dat geld van de overheid moet komen. Het is immers de taak van de overheid om te zorgen dat de samenleving zo is georganiseerd dat iedereen mee kan doen.
De overheid komt alleen vaak met plannen die jaren duren en dus grijpen veel bij gehandicapte kinderen betrokken mensen naar de collectebus. En dat werkt! Mensen geven graag voor hun medemensen die ‘het minder hebben’, voor goede doelen en zeker voor kinderen waar ‘iets mis mee is’. Als je dan ook nog op tv een spotje laat zien hoe eenzaam en ongelukkig gehandicapte kinderen zijn, stromen de euro’s binnen. Dat gaat al heel lang zo.
Er zijn genoeg goede ideeën om de samenleving zó in te richten dat gehandicapte kinderen gewoon mee kunnen doen.
Anno 2022 moet dit echt anders. Gehandicapte kinderen zijn allang geen kinderen meer waar ‘waar iets mee is’. Gehandicapte kinderen zijn in deze tijd kinderen waar je gewoon rekening mee hebt te houden en van wie je ook iets mag verwachten. Dát beeld wil je dus uitstralen. Dat doe je absoluut niet door als (niet-gehandicapte) volwassene met een (digitale) collectebus rond te gaan. Dat doe je door het ophalen van geld over te laten aan een gehandicapt kind dat daar zin in heeft. Zo komen mensen actief in aanraking met kinderen voor wie ze geld geven. Daarmee wordt het beeld van zielige kinderen ‘waar iets mee is’ in één klap weggeveegd.
Zoals zoveel kinderen in Nederland kunnen veel gehandicapte kinderen ook gewoon een heitje-voor-karweitje doen om geld op te halen voor iets waar ze baat bij hebben. Misschien levert de stoep vegen voor het ene kind problemen op, maar het andere zal het best kunnen. Glaswerk naar de glascontainer brengen zal de meeste gehandicapte basisschool-kinderen ook best lukken. En een hond uitlaten kan ook haast geen probleem zijn. Als dat wel te moeilijk is, kunnen ze -net als ieder ander kind- een zusje, broertje, vriendje of vriendinnetje vragen om te komen helpen.
Denk je dat een kind echt te gehandicapt is om zelf iets voor een buur te doen? Ga dan samen koekjes bakken of ‘kunstwerkjes’ maken die het kind met broertjes, zusjes, vriendjes, vriendinnetjes in de buurt kan verkopen. Als je je fantasie de vrije loop laat en het gehandicapte kind laat meedenken, komen jullie samen vast en zeker tot heel veel coole ideeën. Alleen dat is al erg leuk en zinvol!
Veel gehandicapte kinderen kunnen ook gewoon een heitje-voor-karweitje doen om geld op te halen voor iets waar ze baat bij hebben.
Gehandicapte kinderen horen onvermijdelijk al zo vaak wat ze allemaal niet kunnen – vooral bij artsen, therapeuten, enzovoort. Een flinke brainstorm over wat er allemaal wel kan, zal het zelfbeeld van die kinderen een positieve boost geven. Dat is misschien nog wel belangrijker dan het geld dat al die coole ideeën op zullen brengen.
Maar dan zitten we nog met die tv-spotjes die een vertekend beeld van gehandicapte kinderen laten zien. Neem bijvoorbeeld het spotje met het heel jonge meisje met het syndroom van Down dat alleen speelt of het spotje met de wat grotere jongen in een rolstoel die in z’n uppie aan basketballen is. Beide kinderen worden nadrukkelijk neergezet als eenzaam en er wordt onmiskenbaar gesuggereerd dat dat aan hun handicap ligt.
Als je een beetje geïnteresseerd bent in kinderen en regelmatig goed om je heen kijkt, zie je al gauw dat peuters en kleuters vaak alleen spelen. Gewoon omdat ze nog niet in staat zijn – en waarschijnlijk niet eens de behoefte hebben – om met andere kinderen te spelen. Zo’n jong kind voelt zich heus niet eenzaam en heeft dikwijls nog geen idee van wat eenzaam zijn is.
Je zult ook zien dat veel opgroeiende kinderen zich regelmatig kapot vervelen, geen vriendje kunnen vinden en dus alleen tegen een bal aan staan te trappen of in hun eentje een bal in een basket proberen te gooien. Vraag je op zo’n moment aan dat kind of het eenzaam is, dan zal je negen van de tien keer een volmondig ‘ja’ als antwoord krijgen. Opgroeien en jezelf zo nu en dan knap eenzaam voelen gaan nu eenmaal hand-in-hand.
In tv-spotjes suggereren dat gehandicapte kinderen door hun handicap eenzaam zijn, creëert dus een verkeerd beeld. Een beeld waar we juist vanaf willen!
Als bij gehandicapte kinderen betrokken mens kun je niets aan die foute spotjes veranderen en je kunt ze al helemaal niet verbieden. Maar je kunt er wel over praten.
Niet met (jonge) gehandicapte kinderen zelf, natuurlijk. Zij kunnen nog niets met die informatie en kunnen zich er hooguit rot over gaan voelen. Uit jouw verhaal kunnen ze namelijk opmaken dat ze er volgens mensen van de tv eigenlijk niet bij horen. Kinderen zijn er immers erg goed in om hun eigen draai te geven aan iets wat ze horen en waar ze niet alles van begrijpen. Jonge kinderen kunnen zich al rot gaan voelen als ze aan je houding, je gezicht of je manier van praten merken dat je je ergens over opwindt. Al helemáál als ze vermoeden dat het iets met hen te maken heeft. Kinderen zijn erg loyaal naar hun ouders, ooms en tantes, buren, juffen en meesters en andere volwassenen die ze goed kennen.
In tv-spotjes suggereren dat gehandicapte kinderen door hun handicap eenzaam zijn, creëert dus een verkeerd beeld.
Praten over verkeerde tv-spotjes over gehandicapte kinderen doe je dus met volwassenen, buiten het gehoor van kinderen. Op verjaardagsfeestjes, op je werk, op recepties, in je familie en overal waar je mensen treft die de spotjes zien en daar foute conclusies uit (kunnen) trekken.
Vertel dat een handicap kinderen echt niet eenzamer maakt dan leeftijdgenootjes. Dat niet-gehandicapte kinderen er doorgaans geen problemen mee hebben om een vriendje of vriendinnetje met een handicap te hebben. Steek niet onder stoelen of banken dat niet-gehandicapte kinderen simpelweg zelden een gehandicapt leeftijdsgenootje tegenkomen, doordat gehandicapte kinderen vaak niet worden toegelaten op de school of bij de club in de buurt. Of dat het kind er niet in kan, omdat het gebouw niet toegankelijk is. Leg uit dat gehandicapte kinderen daardoor voor vriendschappen vaak zijn aangewezen op kinderen van vrienden van hun ouders of klasgenootjes van de school voor Speciaal Onderwijs waar ze op zitten.
Daarmee kun je al een belangrijk verschil maken. Mogelijk even belangrijk als een goedgevulde collectebus. Want wie weet, luistert er iemand mee die op een basisschool werkt of betrokken is bij een vrijetijds- of sportclub. Misschien komt diegene door jou op het goede idee om eens na te denken over hoe de school of club open kan staan voor gehandicapte kinderen. En dat allemaal, omdat jij op een verjaardagsfeestje iets zei over die domme tv-spotjes. Hoe mooi zou dat zijn!