Help bij het verbeteren van de WIKI
Geef een suggestie voor de verbetering van dit artikel.
In 2015 zijn een aantal wetten die betrekking hebben op mensen met een ondersteuningsvraag gedecentraliseerd; ze worden niet meer uitgevoerd door de centrale overheid maar door lokale gemeenten. Die transitie is geregeld in de Participatiewet.
Maar wat betekent die Participatiewet? Ook de uitkering voor mensen die vanwege hun handicap of chronische ziekte niet (meer) kunnen werken is naar gemeenten overgeheveld. Wie na 2015 een uitkering aanvraagt, wordt alleen nog toegelaten tot de Wajong, centraal uitgevoerd door het UWV, als er sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.
In de praktijk betekent dit dat iemand voor meer dan 80% arbeidsongeschikt is en de verwachting is dat deze situatie nooit meer zal verbeteren. Ook de sociale werkvoorziening verdwijnt voor een groot deel; alleen wie eind 2014 een vast contract had, kan blijven. Mensen met een tijdelijk contract worden na de afloop ervan via de Participatiewet verder begeleid. Nieuw instromen is niet meer mogelijk.
Met het stoppen van de sociale werkvoorziening is de opbouw van een nieuwe voorziening begonnen; beschut werk. Beschut werk is bedoeld voor mensen die door hun beperking of omstandigheden extra begeleiding nodig hebben en daardoor niet bij een reguliere werkgever terecht zouden kunnen.
Wanneer je door je handicap niet zelfstandig uit de voeten kunt op de arbeidsmarkt, val je onder de Participatiewet. Het doel van deze regeling is dat meer mensen met een handicap aan werk worden geholpen. Daarbij is de gedachte dat een gemeente dichter bij de mensen staat en dus betere begeleiding kan bieden dan de centrale overheid. Door de decentralisatie zijn de wettelijke kaders nog wel hetzelfde, maar kunnen beleid en uitvoering sterk verschillen per gemeente.
Aan de Participatiewet, waar ook de bijstand onder valt, wordt constant gesleuteld. De plannen om mensen met een arbeidsbeperking beter te helpen worden door de overheid uitgewerkt onder de noemer breed offensief.
In dit actieplan worden regels gemaakt die het makkelijker moeten maken om mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen. Zo worden er maatregelen getroffen waardoor bijvoorbeeld werkgevers makkelijker mensen met een arbeidsbeperking in dienst kunnen nemen of waardoor werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking elkaar makkelijker kunnen vinden. Zo worden wet- en regelgeving steeds een beetje bijgeschaafd.
Er is regelmatig veel kritiek op de Participatiewet en het breed offensief, vanuit belangenbehartigers en werkgeversorganisaties. Mede daardoor moet er vaak bijgestuurd worden. Een aantal belangrijke organisaties die de belangen van werkgevers en (potentiële) werknemers behartigen, lobbyen veel in de politiek om de plannen te verbeteren. Soms komen ze daarbij ook aan tafel bij de Staatssecretaris. Omdat het breed offensief een politiek lastige regeling is, duurt het soms erg lang om wijzigingen door te voeren.
Hoewel de gemeente verantwoordelijk is voor hulp vanuit de Participatiewet loopt de aanvraag via het UWV. Na aanmelding word je meestal uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek; het werkgesprek. Daarin wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn om te gaan werken. Als je een beperking hebt, is het dus belangrijk dit goed en duidelijk aan te geven in het gesprek en duidelijk je grenzen te benoemen.
Het is de taak van de gemeente om vervolgens te beslissen of er recht is op een uitkering, maar ook om je vervolgens naar werk te begeleiden. Dat werk moet passend zijn, daarom is het belangrijk dat je duidelijk aangeeft wat wel en niet mogelijk is.
Na de aanvraag is er vaak een wachttijd waarin soms al eisen worden gesteld. De gemeente kan bijvoorbeeld verlangen dat je naar een informatiebijeenkomst gaat of op gesprek komt bij een uitzendbureau van hun keuze. Kom je er met het uitzendbureau niet uit, dan blijft het de verantwoordelijkheid van de gemeente om jou te helpen.
In 2013 hebben kabinet en werkgevers afgesproken dat er in 2026 125.000 extra banen gecreëerd zullen zijn voor mensen met een chronische ziekte of handicap. Deze afspraak is gemaakt zodat meer mensen met een arbeidsbeperking op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag kunnen. Bij de banenafspraak hoort de quotumregeling: dit betekent dat als een werkgever niet genoeg mensen uit het doelgroepenregister aan werk heeft geholpen, hij een boete kan krijgen van de overheid.
Als je onder de Participatiewet valt en het UWV stelt bij beoordeling van het arbeidsvermogen vast dat je niet zelfstandig het Wettelijk MinimumLoon (WML) kunt verdienen, dan word je opgenomen in het doelgroepenregister. Dit geldt ook voor mensen die een WSW-indicatie (Wet sociale werkvoorziening) hebben of hadden en voor een aantal andere groepen mensen.
Het is voor werkgevers extra interessant om mensen uit het doelgroepenregister aan te nemen voor werk, vanwege financiële voordelen en het feit dat de werknemers in kwestie een no-riskpolis krijgen. Als je in het doelgroepregister staat, kun je bovendien extra hulp krijgen bij het vinden en behouden van een baan. Op de website van het UWV staat meer informatie over het doelgroepenregister.
Veel mensen denken dat de banenafspraak gekoppeld is aan de Participatiewet, maar dat is niet waar. Niet iedereen die onder de Participatiewet valt, staat in het doelgroepenregister en buiten de Participatiewet zijn er nog een aantal andere groepen mensen die juist wel in het doelgroepregister staan.
De Rijksoverheid geeft een overzicht van de Participatiewet. De cijfers over de uitwerking van de Participatiewet van 2015 tot 2019 zijn hier ook te vinden. Daar vind je ook meer informatie over het breed offensief.
Op de website van Movisie vind je een overzicht van de veranderingen per 2015. Movisie is het landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken.
Een bijstandsuitkering aanvragen vanuit de Participatiewet kan bij het UWV.
Op de site van het UWV kun je ook meer lezen over het doelgroepenregister.