Skip to Content

Ons kind is alweer zeven en een halve maand en nu hen bijna met kruipen begint, word ik af en toe met trots overspoeld. Want ik doe het toch maar: een baby op laten groeien terwijl ik niet langer dan een paar minuten kan staan of lopen. Een aantal lifehacks heeft me daarbij goed geholpen, of hoop ik de komende tijd nog in te gaan zetten. Menig niet-gehandicapte ouder kan er nog wat van leren!

1. Gebruik draag-hulpmiddelen

Voor als je het nog niet doorhad: ik bedoel hiermee gewoon draagzakken en draagdoeken. Misschien is het een gehandicapt trekje van me dat ik de neiging heb ouderschapsspulletjes “hulpmiddelen” te noemen – van kinderwagens tot aankleedkussens. Anyway: vooral draagzakken zijn ontzettend handig voor rollende en anderszins minder mobiele ouders. Uiteraard is het een ideaal alternatief voor een kinderwagen, want in een draagzak kun je je kind makkelijk meenemen in de rolstoel. Als je net als ik wel een beetje kunt lopen, scheelt een draagzak daarnaast ook kracht als je je kind een stukje moet tillen. Niet alle draagzakken zijn even geschikt voor in de rolstoel. Voor mij werkt een zogenaamd “schort-model” het beste, omdat de band om je middel dan niet zo dik is. Tip: check de facebookgroep “Dragen met een beperking”.

2. Werp fysieke grenzen op

Veel ouders zijn bang hun kind teveel te begrenzen. Ze willen geen box, want dat zou een “kindergevangenis” zijn. Om dezelfde reden willen ze absoluut geen hekjes in huis, en je lopende kind buiten aan een tuigje? Grote no-no, want je kind is toch geen hondje? Ik denk er anders over. Voor het geval je begon te twijfelen: ook mijn kind is geen hondje. Maar volgens mij ben je als ouder hoe dan ook de hele dag je opgroeiende kind aan het begrenzen. Simpelweg omdat een baby, dreumes of peuter zichzelf nog niet veilig kan houden. Het alternatief voor hekjes en tuigjes is dan ook niet vrijheid blijheid, maar jij die als ouder de hele dag achter je kind aan moet rennen en “nee!” moet roepen. In Amerika noemen ze een kindvriendelijke ruimte met een hekje eromheen dan ook een “Yes space”[1]: een plekje waar je kind alles mag en ongestoord kan spelen. Terwijl jij als ouder ongestoord je energie kunt bewaren en ondanks je handicap voor je kind kunt zorgen. Handig als je niet goed of niet lang kunt lopen, net als dat zo’n tuigje reuzehandig is voor aan de rolstoel.

3. Op elke verdieping een verschoonplek

Traplopen is voor mij erg zwaar. Toch wonen wij in een huis met een trap – de markt voor aangepaste woningen is zo verrot dat wij ons er nog niet aan hebben gewaagd. We proberen dan ook om het aantal keer traplopen voor mij zoveel mogelijk te beperken, en hebben zowel boven als beneden een “luierplek” ingericht. Omdat ik niet lang kan staan bevinden mijn luierplekken zich op de grond, wat ons op een totaal van wel drie verschoonplekken brengt: een commode boven, een lage luierplek boven en een lage luierplek beneden. Maar wat schetst nou mijn verbazing? Zowel mijn vrouw als mijn moeder als de oppas gebruiken constant “mijn” verschoonplek beneden, gewoon omdat ook zij geen zin hebben om steeds naar boven te moeten lopen bij een poepluier. Aanrader voor iedereen dus, blijkbaar!

4. Trek je niets aan van het ideaalbeeld van een Moeder

Toegegeven, deze vind ik soms nog lastig, maar ik doe mijn best. Als rollende en chronisch zieke moeder ziet mijn ouderschap er anders uit dan het ideaalbeeld van de zich altijd wegcijferende moeder. Ik heb simpelweg de energie niet om mezelf weg te cijferen: als ik vergeet dat ik een lichaam heb dat bij moet tanken kan ik alleen maar nóg minder. En het visuele beeld van een moeder die met haar kind in de wandelwagen loopt of achter het fornuis staat met een kind op de heup zal nooit mijn spiegelbeeld zijn. Mijn moederschap ziet er letterlijk en figuurlijk anders uit: ik loop niet achter een wandelwagen, maar rol met een baby op schoot, onderwijl hun handjes vasthoudend zodat hen de besturing van de rolstoel niet van me overneemt. En ik sta niet met een kind op mijn heup, maar lig languit op de grond naast mijn kind op de speelmat. Het witte heterobeeld van de Ideale Moeder is seksistisch en beperkend en sluit niet alleen gehandicapte moeders uit, maar ook moeders van kleur, niet-heteromoeders en niet te vergeten: vaders en non-binaire ouders. Dus hoewel ik het soms confronterend vind, ben ik misschien wel beter af zo, want nu ik toch nooit aan dat beeld zal voldoen is het makkelijker me er niet door te laten beperken.

[1] Deze term is bedacht door Janet Lansbury, geïnspireerd door de RIE opvoedmethode van Magda Gerber. Lees of luister er hier meer over: https://www.janetlansbury.com/2021/06/yes-spaces-what-they-really-are-and-why-they-matter/

 

 


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top