Skip to Content

Vorige keer schreef ik over mijn ervaringen als roller in westerse en niet-westerse landen. Deze keer houd ik het binnen Europa: een treinreis naar Parijs en Keulen. Want ook als roller kun je met de trein eerste klas spotgoedkoop reizen naar Parijs, Düsseldorf en Keulen. En dan is er ook nog de wondere wereld van taxi’s…

Zo’n goedkope internationale reis heb ik één keer gemaakt. Je moet er van te voren wel wat voor doen. En dan nog kan het erg spannend worden of je de juiste coupé vindt op het perron. In internationale treinstellen kun je met een rolstoel namelijk niet van coupé naar coupé gaan, omdat de deuren te smal zijn. Ook moet je wachten op bevoegde ‘begeleiders’.

We gingen eerst naar Parijs en daarna naar Keulen. Al met al verloopt onze reis naar Parijs voorspoedig. Op het station in Parijs vinden we een taxi die bereid is ons mee te nemen.

“Veel taxichauffeurs zijn verbaasd hoe snel een handbewogen rolstoel in een klein pakketje verandert.”

Op al mijn reizen in allerlei landen heb ik verschillende taxichauffeurs meegemaakt. Zij die je net zo graag meenemen als iedere andere klant. Zij die niets laten blijken, maar ook geen echte vriendelijkheid tonen. (Trek het je niet persoonlijk aan!) En tot slot zij die liever nee hadden gezegd, maar te laat waren en nu met jou zitten opgescheept. Hun wraak is dat ze hun chagrijn niet verbergen en geen woord met je wisselen.

Meestal laten taxichaffeurs alles aan mijn man over, maar sommigen kijken hem op de vingers of hij hun kofferbak niet beschadigt met de rolstoel. Veel chauffeurs zijn verbaasd hoe snel een handbewogen rolstoel in een klein pakketje verandert, zodra de wielen worden losgeklikt.

Na twee heerlijke nachten in Parijs willen we doorreizen naar Keulen. Er staat een lange rij voor de douane- en paspoortcontrole, waar niets gebeurt. Wij zoeken de verplichte begeleider, maar die is in geen velden of wegen te bekennen. Voordringen willen we ook niet.

“Invaliden moeten een half uur van te voren aanwezig zijn, dus we mogen jullie niet meer begeleiden.”

In 15 jaar heb ik uitsluitend van Nederlandse medereizigers opmerkingen gehad, zoals: ‘Zóóó, dat is handig! Jij mag voordringen’ of ‘Nou lekker zeg, je hoeft niet in de rij’. In gedachten heb ik mijn antwoord klaar: ‘Wil je ruilen? Jij in de rolstoel, ik met liefde in de rij!’ Maar ik heb het nooit hardop gezegd.

Het tijdstip van vertrek nadert. Eindelijk op het perron aangekomen moeten we rennen. De trein is belachelijk lang. Onze coupé lijkt honderden meters ver weg. Ik rol als een gek en mijn man rent met de tassen achter mij aan. Ineens horen we roepende en fluitende mensen achter ons en het blijken twee geüniformeerde beambten. ‘Hè hè, eindelijk!’ denken we. ‘Onze begeleiders!’ De vrouw is gedrongen en de man wat ouder.

Ze gillen en maken stoptekens; ze sommeren ons terug te komen. Wij wachten blij tot ze ons inhalen. ‘Jullie mogen deze trein niet nemen!’ roepen ze hijgend. ‘Invaliden moeten een half uur van te voren aanwezig zijn, dus we mogen jullie officieel niet meer begeleiden. Er is nu ook geen oprijplank klaargelegd en zonder is veel te gevaarlijk. Jullie zijn te laat en moeten de volgende trein nemen.’ Maar wanneer komt die volgende trein dan?

“Bang dat de trein zonder ons zal vertrekken, wurmen we ons de eerstvolgende coupé in.”

De volgende trein blijkt pas 6 tot 8 uur later te gaan! Argumenten tellen niet. Ze blijven dreigen met ‘regels zijn regels’. Opeens roept mijn man resoluut: ‘Wij gaan. Jullie dragen geen verantwoordelijkheid. Dit is onze keuze.’ Terwijl zij nog protesteren en dreigen met boetes en regels enzovoort, roept mijn man: ‘Rennen, Funda! Vind onze coupé!’

De conducteur heeft ons zien discussiëren en staat al met zijn fluitje in zijn hand. Wij gillen en roepen dat we mee willen. Bang dat de trein zonder ons zal vertrekken, wurmen we ons de eerstvolgende coupé in. Mijn man wipt mij diep naar achteren en op de grote wielen overbrugt hij het gat tussen perron en trein. Zo, ik ben binnen!

De conducteur kijkt geschrokken en zegt dat deze coupé echt niet kan. Hij heeft wel een punt, want de rolstoel blokkeert de gang volledig en er kan niemand meer langs. We moeten eruit. De conducteur neemt een beslissing en zegt tegen de hijgende, rood aangelopen, boze gezichten in uniform dat hij ons in de juiste coupé gaat toelaten.

“In 15 jaar heb ik uitsluitend van Nederlandse medereizigers opmerkingen gehad.”

Terwijl wij uitstappen, weer op de grote wielen en ik diep naar achteren gebogen, schudt de conducteur met zijn hoofd en lacht besmuikt. Hij knipoogt naar mijn lief, pakt onze tassen en steekt zijn duim omhoog als we de juiste coupé instappen.

Ik weet niet of dit service was of mazzel, maar dankzij deze conducteur konden wij opgelucht en tevreden naar onze volgende bestemming!


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top