Skip to Content
Terug naar het overzicht

Taal is een krachtig middel, dat weten we allemaal. Hoe iets gezegd wordt, is net zo belangrijk als wat er gezegd wordt. Net als elke subgroep in onze samenleving gebruiken ook rollers specifieke woorden om voor hen belangrijke begrippen te beschrijven. Maar veel van deze woorden zijn niet in een woordenboek terug te vinden, zodat dit “rollerjargon” niet algemeen kan worden. Hierdoor moet de samenleving zich behelpen met onjuiste of onnauwkeurige woorden…

‘Cam ▪ ber (de ~; ~en) Ook: camberstand. De camber is het aantal graden waaronder de wielen van een rolstoel staan ten opzichte van het frame. Oftewel hoe schuin de wielen staan.

Hoe groter de camber, hoe makkelijker de rolstoel zal sturen. Nadeel van een grote camber is dat de rolstoel breder wordt en dus meer ruimte inneemt. De meest gebruikelijke camber voor dagelijks gebruik is 1 tot 5 graden. Bij 0 graden is de rolstoel het smalst, maar dan is er een grotere kans op een slag in het wiel.

Sportrolstoelen hebben de grootste camber, vaak wel 15 tot 20 graden. Dit maakt sportrolstoelen bijzonder wendbaar, maar ook buitengewoon breed.

‘Wig (de ~; ~en) Ook: wighoek. De wig is de hoek die de zitting en de rugleuning van een rolstoel met elkaar maken. Hoe kleiner de wig, hoe scherper de hoek tussen zitting en rugleuning.

De wig bepaalt hoe stevig de gebruiker in de rolstoel zit, en kan ook voor extra stabiliteit in de zit zorgen. Een wig van minder dan 90 graden is voor bijna iedere rolstoelgebruiker prettig.

Mensen met weinig rompstabiliteit kiezen meestal voor een kleine wig, zodat ze vanzelf naar achter schuiven in hun rolstoel. Zo zitten ze steviger.


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top