Skip to Content
Terug naar het overzicht

Mensen hebben rolmodellen nodig, liefst vanaf heel jonge leeftijd. Mensen in wie ze zich kunnen herkennen en aan wie ze een voorbeeld kunnen nemen om hun dromen waar te maken. Dat geldt zeker voor mensen die te maken hebben met vooroordelen of die worden gestigmatiseerd en onderschat. Gehandicapte mensen, bijvoorbeeld. Zij hebben op dagelijkse basis te maken met vooroordelen, stigma’s en onderschatting. Daardoor schatten ze hun kansen, hun mogelijkheden en zelfs hun rechten (!) lager in dan niet-gehandicapte mensen.

Dat laatste viel me op toen ik een werkbezoek aflegde aan een mytylschool. Ik vroeg aan een jongen van een jaar of tien, met een rolstoel, of hij niet liever naar een reguliere basisschool zou willen. ‘Dat kan toch niet!’ lachte hij. ‘Alle gewone scholen hebben trappen.’ Uit de manier waarop de jongen dat zei en uit het instemmend geknik van zijn klasgenoten werd volkomen duidelijk dat het voor deze jonge gehandicapte kinderen al een uitgemaakte zaak is dat er twee werelden bestaan: een wereld voor niet-gehandicapte mensen en een wereld voor gehandicapte mensen. Ik schrok ervan dat er bij deze kinderen geen greintje boosheid of verontwaardiging over dit onrecht viel te bespeuren. Tegelijk begreep ik het maar al te goed.

“Wat kunnen ouders hun gehandicapte kind vertellen over leven met een handicap, als ze daar zelf geen idee van hebben?”

Onbekendheid bij ouders

Tot ver in hun puberteit koersen kinderen op de informatie die ze van hun ouders krijgen. Natuurlijk nemen ze ook één en ander aan van een goede leerkracht, buur, vriendje of vriendinnetje en pikken ze dingen op van wat ze buiten of in de media tegenkomen. Maar aan hun ouders zijn kinderen loyaal. Daarom tellen meningen, opmerkingen en levenslessen van hun ouders voor het kind het zwaarst. Informatie die ze elders krijgen, nemen ze meestal pas echt voor waar aan als blijkt dat hun ouders het ermee eens zijn.

Gehandicapte kinderen zijn daarin niet anders dan hun niet-gehandicapte leeftijdsgenoten. Maar ze hebben één probleem: hun ouders zijn doorgaans niet gehandicapt. Sterker, de meeste ouders kenden (voor hun kind kwam) geen gehandicapte mensen. Ze hebben geen idee van het leven met een handicap! Behalve de informatie die ze van artsen en therapeuten krijgen. Maar dat is logischerwijs vooral medische informatie, die je weinig leert over leven met een handicap. Daar heb je als gehandicapt kind niets aan. Je wil gewoon weten dat goed bent zoals je bent, dat je welkom bent in deze wereld en dat je een leuk leven tegemoet gaat.

Wat kunnen ouders hun gehandicapte kind vertellen over leven met een handicap, als ze daar zelf geen idee van hebben? Hoe voeden ze hun gehandicapte kind op met het idee dat hij of zij welkom is in deze wereld, terwijl onze samenleving zo gericht is op prestatie en uiterlijkheden? En hoe weten niet-gehandicapte ouders of hun gehandicapte kind wel echt een leuk leven tegemoet kan gaan? Wie kan ouders vertellen welke skills hun gehandicapte kind zal moeten ontwikkelen om een leuk, eigen leven in de samenleving op te bouwen? En hoe kunnen ouders hun kind hierin bijstaan?

“In mijn werk als kindercoach merk ik dat veel ouders het vermijden om te praten over leven met een handicap.”

Dit soort informatie kun je alleen krijgen van iemand die zelf gehandicapt is én een plezierig leven in de samenleving heeft weten op te bouwen. Iemand die zich terdege bewust is dat je met een handicap evenveel recht hebt op een volwaardig bestaan in de samenleving als ieder ander. Kortom, van een goed rolmodel. Die rolmodellen zijn er genoeg! Je moet ze alleen zien te vinden… Omdat ze in de media en het openbare leven nauwelijks zichtbaar zijn, is het vooral een kwestie van stom geluk als er toevallig zo’n rolmodel op je pad komt.

Zelf gezochte verklaringen

In mijn werk als kindercoach merk ik dat veel ouders het vermijden om te praten over leven met een handicap. Vooral omdat ze er zelf niets over weten. Kinderen – gehandicapt of niet – voelen feilloos aan dat hun ouders over een bepaald onderwerp liever niet praten. En concluderen automatisch dat er rondom dat thema iets ernstigs of op z’n minst iets vervelends aan de hand is. Vervolgens gaan ze er zelf over nadenken en verzinnen er dan vanalles over.

Zo komt het dat de kinderen van de mytylschool waar ik op werkbezoek was, het vanzelfsprekend vinden dat ze niet naar een reguliere basisscholen kunnen, omdat er ‘op die scholen allemaal trappen zijn’. Als ik de literatuur erop nasla, bevestigt die mijn bange vermoeden dat deze kinderen hun kansen en mogelijkheden structureel te laag blijven inschatten. Zoals zoveel mensen die te maken hebben met vooroordelen, stigmatisering en onderschatting, zullen ze genoegen nemen met een plaats aan de rand van de samenleving. Tenzij ze eigenwijs en volhardend genoeg zijn om een plaats middenin de samenleving op te eisen. Maar dat is een eigenschap die niet iedereen is gegeven…

“Als je nooit een gehandicapte volwassene ziet en je ziet overal wel gehandicapte kinderen, dan moet dat wel betekenen dat je vroeg doodgaat als je gehandicapt bent.”

Niet lang na dat werkbezoek aan de mytylschool kwam ik een ervaring tegen die veel schrijnender is. En volgens mij ook een gevolg van het gebrek aan goede rolmodellen. Dat betrof een meisje in een rolstoel dat ervan overtuigd was dat ze niet oud zou worden, terwijl daar feitelijk geen reden toe was. Na enig doorvragen kwam de aap uit de mouw: het was dat meisje opgevallen dat ze alleen gehandicapte kinderen zag en nooit gehandicapte volwassen. Ook zij had daar op eigen houtje een verklaring voor gezocht en kwam tot de logische conclusie: als je nooit – of bijna nooit – een gehandicapte volwassene ziet en je ziet op school, op je sportclub en overal wel gehandicapte kinderen, dan moet dat wel betekenen dat je vroeg doodgaat als je gehandicapt bent. Je zou er toch alles aan doen om een kind zulke nare gedachten te besparen!

Wat te doen?

In mijn zoektocht naar adviezen voor ouders die hun gehandicapte kind een goed rolmodel zouden willen bieden, maar er geen in levende lijve kunnen vinden, stuitte ik op een mooi onderzoek. Dat onderzoek gaat over hoe je vooroordelen kunt tegengaan. Dat lukt natuurlijk het beste als mensen degenen over wie ze vooroordelen hebben, gewoon opzoeken. Maar vaak is dat niet mogelijk, net als dat het niet zomaar lukt om een rolmodel te vinden.

Dan is het volgens dit onderzoek goed om indirect contact met mensen te leggen. Via media, bijvoorbeeld. Of via verhalen en boeken. Mensen leren degenen over wie ze vooroordelen hebben dan niet in het echt kennen, maar ze krijgen wel een goed beeld van wie zij zijn, hoe zij denken en hoe zij leven. Dat blijkt zó levensecht te voelen dat de vooroordelen in het echte leven sterk verminderen, of zelfs verdwijnen (Schiappa, Gregg & Hewes, 2005).

“Ouders kunnen samen met hun gehandicapte kind een verhaal bedenken over een gehandicapte persoon!”

Als dat zo is, dan moet dat ook werken voor gehandicapte rolmodellen. Ouders kunnen dus samen met hun gehandicapte kind een verhaal bedenken over een gehandicapte persoon, die het leven leidt dat het kind later graag zou willen leiden! Die verzonnen persoon zou dan voor het gehandicapte kind levensecht aanvoelen en dus prima als een goed rolmodel kunnen fungeren.

Verzin zelf een begin van een verhaal over een vrouw of man die dezelfde handicap heeft als je kind en die gewoon een gezin heeft, werkt of verzin-maar-wat. Of over een kind met dezelfde handicap dat op een reguliere school zit, vriendjes en vriendinnetjes heeft, op hockey zit of vul-maar-in. Begin daar op een rustig moment met je gehandicapte kind over te praten en maak samen het verhaal af.

Dat hoeft niet in één keer, het kan ook in kleine stukjes. Dat heeft als voordeel dat jij met je kind de persoon uit het verhaal in details kunnen uitwerken, zodat jullie haar of hem goed leren kennen. Misschien wordt dat verzonnen rolmodel zelfs wel deel van jullie gezin. Dan kunnen jullie steeds als zich iets voordoet dat met de handicap te maken heeft, bedenken hoe zij of hij ermee om zou gaan.

Mocht het zo zijn dat je gehandicapte kind er nare gedachten op na houdt, dan komen die vast en zeker naar boven als jullie het over het verzonnen rolmodel hebben. Dan kun je die nare gedachten meteen de wereld uit helpen. Hoe mooi zou dat zijn?

Probeer het gewoon eens. Ik ben ervan overtuigd dat het werkt.

 

Op WijRollen.nl kun je natuurlijk veel rolmodellen vinden. Allemaal rollers die zelfbewust en krachtig in het leven staan. Jong en oud, studerend en werkend, moeders en vaders, sporters en meer!

Leuk om te weten: deze zomer lanceren wij een speciale website voor kinderen. WijRollen Kids wordt een website voor rollende kinderen van 6 tot en met 12 jaar. Boordevol ervaringen, filmpjes, verhalen, opdrachten en nog veel meer.


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top