Skip to Content
Terug naar het overzicht

‘Gelukkig, je bent er nog.’ Mijn hoofd tussen de twee handen van mijn lief: ‘Ik hou zó veel van jou.’ Ik lag op de intensive care toen duidelijk werd dat ik na het verkeersongeluk nooit meer zou kunnen lopen. Hij was zó opgelucht dat hij niet uit verplichting, noch uit medelijden bij mij hoefde te blijven. Uit liefde voor iemand zorgen voelt inderdaad lichter. Maar uit liefde zorg ontvangen ook.

Hoe onafhankelijk mogelijk ik ook wil zijn, met het actieve leven dat ik leid heb ik ondersteuning nodig. En dat geeft hij. In het begin was het weleens zoeken naar een balans. 
Hulp geven is een kunst. Hij moest leren zijn behulpzaamheid te doceren. Soms torpedeerde hij mijn zelfstandigheid omdat hij genoot van de aandacht die hij kreeg. De schouderklopjes en applaus voor deze held waren verslavend.
Hoe kon ik hulp vragen zonder gevoel van schuld en schaamte en tegelijkertijd mijn grenzen aangeven? Het luistert nauw. Voor de gever en de ontvanger.
Schreeuwen, smeken, huilen, harde humor en zelfspot; niets van deze emotionele uitingen is ons bespaard gebleven. Praten, in respect, streven naar gelijkwaardigheid, regelmatig evalueren heeft ons gebracht waar we zijn.

Voorts hebben wij ontdekt dat de buitenwereld ons ziet zoals ze willen zien en wat wij daar zelf over zeggen doet er niet toe. Wanneer mijn lief het tegendeel beweert, ‘horen’ ze hem niet. De Blik van buitenstaanders is hardnekkig. Hij is de gever, de helper en zij is de ontvanger. Hij is een engel, een held en zij moet dankbaar zijn en ze mag zichzelf in de handen knijpen met zo een lieve vent. En dat doe ik ook.

Zoals elk huwelijk hebben ook wij onze terugkerende conflicten. Voor vele koppels herkenbare en tot ergernis leidende ruzies gaan over dagelijkse dingen zoals verschil van inzicht in het huishouden. 
Het verschil met valide koppels, is bij ons de onvermijdelijke afhankelijkheid. Als ik voorheen iets wilde en hij niet, deed ik dat zelf. Ik maakte er geen woorden meer aan vuil. Maar sinds mijn invaliditeit is hij mijn handen en voeten. Ik voel mij schuldig en bezwaard als ik mijn invaliditeit in de strijd gooi – dat ik nu eenmaal niet anders kan en dat hij zijn macht misbruikt, want als hij ‘nee’ zegt kan ik het toch niet doen – en hij voelt zich soms schuldig dat hij die macht inderdaad ook ge- of misbruikt. Kortom wij zijn tot elkaar veroordeeld.

Wij hebben op vele gebieden verschil van inzicht. Altijd al gehad. Opvoeding van onze (klein)kinderen, voeding, huishouden, ambities en hobby’s. Ik was en ben zijn sociale leven, zijn agenda en gangmaker. Ach wij hielden van elkaar en leidden daarnaast onze eigen levens. Met mijn handicap en afhankelijkheid is dat moeilijker vol te houden. Of hij zegt resoluut nee of ik sleep hem soms resoluut mee. Soms pakt dat goed uit, soms niet.

Soms liepen de conflicten zo hoog op dat we met SCHEIDEN dreigden. Na het ongeluk is dat ook meteen zwaar beladen. Wat zal de buitenwereld zeggen? Onze vrienden, kinderen, mijn vriendinnen? ‘Schandalig’, laat hij zijn invalide vrouw in de steek?’ of ‘Wat ondankbaar dat ze hem in de steek laat, nadat hij al die jaren voor haar gezorgd heeft!’
Stel je voor. In een slecht huwelijk blijven omdat de buitenwereld er wat van zal vinden. Mijn vriendinnen waarschuwden mij na mijn ongeluk quasi grappend: ‘Als jij ooit gaat scheiden van deze man, scheiden wij van jou.’ 
Tot nu blijven wij gelukkig niet uit dankbaarheid, noch uit schuldgevoel bij elkaar. Er loopt een dunne grens tussen liefde, verplichting en dankbaarheid. Liefde blijkt altijd ons leitmotiv; zelfs wanneer we elkaar achter het behang kunnen plakken. Weten dat je die ander in je leven wil. In goede en slechte tijden. Daar verandert ziekte of ongeluk niets aan.


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top